Samenleving: hulp en ondersteuning uit het sociale netwerk
Sociaal netwerk als bron voor hulp
Het hebben van een (draagkrachtig) sociaal netwerk is een bepalende factor bij het zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. De sociale steun die inwoners vanuit hun omgeving ontvangen van familie, vrienden en kennissen, kan bevorderend zijn voor de gezondheid en verkleint het risico op eenzaamheid. Een sociaal netwerk is bovendien een potentiële bron van informele hulp. De ‘eigen kracht’ van inwoners is afhankelijk van de kwaliteit van hun sociale netwerken. Die kwaliteit hangt af van twee kenmerken: aard en reikwijdte (Kijk op de Wijk 4; 2014). De aard heeft betrekking op het type sociale banden waaruit het netwerk is opgebouwd. Bestaat het netwerk alleen uit familieleden, of ook uit vrienden en buren? Hoe meer lagen in het netwerk, des te groter de potentie aan zorg en ondersteuning. Ook reikwijdte van het netwerk, de afstand van de persoon tot zijn relatie, blijkt van belang. Wanneer dat netwerk zich ver weg bevindt, is het moeilijker om hulp te krijgen.
Stevigheid vangnetten
Ruim de helft (57%) van de inwoners beschikt in onze gemeente over een stevig vangnet. Deze inwoners hebben een netwerk dat bestaat uit meerdere lagen en (gedeeltelijk of geheel) dichtbij gesitueerd is, waardoor zij voor ondersteuning bij hun naasten terecht kunnen. Een kwart van de inwoners heeft een redelijk stevig netwerk; hun vangnet bestaat uit minder lagen of afstand tot die naaste speelt een belemmerende rol. Bij een langdurige behoefte aan ondersteuning kan de zorglast op de schouders van enkele naasten komen te liggen. Het risico van overbelasting van de mantelzorgers is bij deze groep groot. Het percentage inwoners met een zwak vangnet steeg licht van 14% in 2012 naar 17% in 2016. Deze meest kwetsbare inwoners beschikken in het geheel niet over hechte relaties of slechts een enkele, en dan ook nog op afstand. Bij tegenslag kunnen zij niet of nauwelijks rekenen op steun uit hun netwerk. Ondersteuning zal uitsluitend van hun partner moeten komen, als zij die hebben. Een kwart van deze groep is alleenstaand en kan zelfs niet op een partner steunen.
Kwetsbare inwoners hebben vaker zwak vangnet
Kwetsbaren en minder zelfredzame personen hebben vaker een zwak vangnet. Dit bleek al uit gemeentelijk én landelijk onderzoek (SCP, 2016). Omstandigheden die de kans op kwetsbaarheid vergroten, zoals een hogere leeftijd en een slechte gezondheid, komen vaker voor bij mensen met een zwak vangnet. Het netwerk van degenen die deze het hardst nodig hebben, blijkt juist het zwakst (Kijk op de Wijk 4, 2014). Inwoners met een slechte gezondheid lopen ruim twee keer zoveel risico op een zwak vangnet, vergeleken met gezonde inwoners.
Het hebben van een (draagkrachtig) sociaal netwerk is een bepalende factor bij het zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. De sociale steun die inwoners vanuit hun omgeving ontvangen van familie, vrienden en kennissen, kan bevorderend zijn voor de gezondheid en verkleint het risico op eenzaamheid. Een sociaal netwerk is bovendien een potentiële bron van informele hulp. De ‘eigen kracht’ van inwoners is afhankelijk van de kwaliteit van hun sociale netwerken. Die kwaliteit hangt af van twee kenmerken: aard en reikwijdte (Kijk op de Wijk 4; 2014). De aard heeft betrekking op het type sociale banden waaruit het netwerk is opgebouwd. Bestaat het netwerk alleen uit familieleden, of ook uit vrienden en buren? Hoe meer lagen in het netwerk, des te groter de potentie aan zorg en ondersteuning. Ook reikwijdte van het netwerk, de afstand van de persoon tot zijn relatie, blijkt van belang. Wanneer dat netwerk zich ver weg bevindt, is het moeilijker om hulp te krijgen.
Stevigheid vangnetten
Ruim de helft (57%) van de inwoners beschikt in onze gemeente over een stevig vangnet. Deze inwoners hebben een netwerk dat bestaat uit meerdere lagen en (gedeeltelijk of geheel) dichtbij gesitueerd is, waardoor zij voor ondersteuning bij hun naasten terecht kunnen. Een kwart van de inwoners heeft een redelijk stevig netwerk; hun vangnet bestaat uit minder lagen of afstand tot die naaste speelt een belemmerende rol. Bij een langdurige behoefte aan ondersteuning kan de zorglast op de schouders van enkele naasten komen te liggen. Het risico van overbelasting van de mantelzorgers is bij deze groep groot. Het percentage inwoners met een zwak vangnet steeg licht van 14% in 2012 naar 17% in 2016. Deze meest kwetsbare inwoners beschikken in het geheel niet over hechte relaties of slechts een enkele, en dan ook nog op afstand. Bij tegenslag kunnen zij niet of nauwelijks rekenen op steun uit hun netwerk. Ondersteuning zal uitsluitend van hun partner moeten komen, als zij die hebben. Een kwart van deze groep is alleenstaand en kan zelfs niet op een partner steunen.
Kwetsbare inwoners hebben vaker zwak vangnet
Kwetsbaren en minder zelfredzame personen hebben vaker een zwak vangnet. Dit bleek al uit gemeentelijk én landelijk onderzoek (SCP, 2016). Omstandigheden die de kans op kwetsbaarheid vergroten, zoals een hogere leeftijd en een slechte gezondheid, komen vaker voor bij mensen met een zwak vangnet. Het netwerk van degenen die deze het hardst nodig hebben, blijkt juist het zwakst (Kijk op de Wijk 4, 2014). Inwoners met een slechte gezondheid lopen ruim twee keer zoveel risico op een zwak vangnet, vergeleken met gezonde inwoners.