Jeugd en Onderwijs

Kinderen afhankelijk van bijstand

In de grafiek wordt als lijn het aantal kinderen weergegeven dat afhankelijk is van een bijstandsinkomen. De weerslag van de economische crisis in 2008 is hier duidelijk terug te zien; het aantal stijgt sindsdien. In de kolommen wordt het aantal gezinnen weergegeven naar gezinsgrootte. Dit geeft enigszins een vertekend beeld. In 2013 zijn er bijvoorbeeld 80 gezinnen met drie kinderen die van een bijstandsinkomen afhankelijk zijn. In absoluut aantal is dit gelijk aan de 240 gezinnen met één kind in dat zelfde jaar.

Leerlingen basisonderwijs

In de grafiek wordt het aantal leerlingen weergegeven dat basisonderwijs volgt in Haarlemmermeer. Sinds 2013 daalt het aantal in zowel de grote kernen Hoofddorp en Nieuw-Vennep als in de gezamenlijke kleinere kernen. De doorstroom in de Vinexwijken Floriande en Getsewoud, waar een generatie jongeren de puberleeftijd heeft bereikt, zorgen voor een daling in Hoofddorp en Nieuw-Vennep. In tabel 1 worden de leerlingaantallen per basisschool weergegeven. De algehele tendens is dat het aantal leerlingen langzaam aan het teruglopen is; alleen in Graan voor Visch en Lisserbroek is een licht stijgende trend waar te nemen.


 

Leerlingen (V)SO

In de grafiek wordt het aantal leerlingen weergegeven dat speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs volgt in Haarlemmermeer. De abrupte stijging in 2013 onstond door de opening van twee nieuwe scholen voor speciaal onderwijs in Hoofddorp. In de tabel  worden de leerlingaantallen per vestiging weergegeven. De licht dalende trend vanaf die periode loopt ongeveer gelijk met de demografische ontwikkeling van jongeren in Haarlemmermeer. In het primair onderwijs neemt het aantal leerlingen sinds 2013 af.

Gewichtenregeling

De gewichtenregeling is bedoeld om basisscholen extra financiering toe te wijzen voor de bekostiging van leerlingen die extra aandacht nodig hebben. Om het gewicht te bepalen wordt niet naar de prestaties of het niveau van de betreffende leerling gekeken. Het gewicht wordt, voor aanvang van het onderwijs, vastgesteld op basis van het opleidingsniveau van de ouders. Er zijn twee categorieën voor extra financiering:
 
Gewicht 0.30: Leerling van wie beide ouders niet meer dan maximaal het niveau praktijkonderwijs of voorbereidend beroepsonderwijs van de basisberoepsgerichte leerweg of de kaderberoepsgerichte leerweg.
Gewicht 1.20: Leerling van wie een ouder alleen basisonderwijs heeft en van wie de andere ouder maximaal praktijkonderwijs of voorbereidend beroepsonderwijs van de basisberoepsgerichte leerweg of de kaderberoepsgerichte leerweg heeft.
 
In de grafiek is te zien dat het aantal gewichtenregelingen in Nederland bij beide categorieën de afgelopen jaren is afgenomen. In Haarlemmermeer is dat aantal structureel lager dan het landelijk gemiddelde en is over dezelfde periode stabiel gebleven.
 

Schooladviezen

In het laatste jaar van het basisonderwijs krijgen leerlingen een advies voor het niveau waarop zij het voortgezet onderwijs binnen kunnen stromen. Op basis van de Cito-score samen met een inschatting van de docent wordt een advies toegekend. In de grafiek is te zien dat het aantal leerlingen dat een advies krijgt de laatste jaren is gestegen. Desondanks is het aantal leerlingen dat een vwo-advies afgenomen en het tussen advies havo/vwo vaker wordt gegeven. Wat meer opvalt is dat er voor het vmbo in 2015 vaker voor de kadergerichte leerweg wordt geadviseerd ten koste van het lager beroepsgerichte leerweg.

Voortgezet onderwijs

In de grafiek wordt het aantal leerlingen weergegeven over de drie onderwijsniveaus, min of meer, gelijk verdeeld. Belangrijk hierbij te beseffen is dat het over het aantal leerjaren niet gelijk is verdeeld; het vmbo beslaat het derde en vierde leerjaar, terwijl het vwo vier leerjaren beslaat. Verder valt op dat het aantal jongens op het havo- en vwo-niveau weer gelijke tred houdt met meisjes. Dit is een trend die afwijkt van de landelijke cijfers; daar zijn meisjes op de hogere niveaus sterker vertegenwoordigd.

Voortijdige schoolverlaters (vsv)

De opvallende daling van het aantal vroegtijdige schoolverlaters in 2012/'13 is te wijten aan een aanpassing in de methodiek. In het algemeen kan gesteld worden dat er meer jongens, dan meisjes voortijdig hun school verlaten en dat dit op het mbo regelmatiger voorkomt dan in het voortgezet onderwijs. De stijging in 2022 is in lijn met de landelijke trend. Vooral de krapte op de arbeidsmarkt wordt door het ministerie (OCW) als oorzaak gezien waarom jongeren zonder diploma uitstromen.

Vsv mbo

In de grafiek wordt het aandeel weergeven van het aantal Haarlemmermeerse leerlingen dat uitvalt in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Leeftijd en onderwijsniveau zijn de belangrijkste voorspellers van uitval. Oudere leerlingen op de laagste onderwijsniveaus hebben de grootste kans op uitval. In het studiejaar 2016/'17 volgden 61% van alle mbo-leerlingen onderwijs op niveau 4 en slechts 2,5% op niveau 1. In absolute aantallen vallen meer leerlingen uit op niveau 4, maar als we naar de verhouding kijken tussen het aantal deelnemers en uitvallers ontstaat een ander beeld. Verhoudingsgewijs vallen de meeste leerlingen uit op niveau 1. De grafiek laat een dalende trend zien voor niveau 1, maar de absolute aantallen zijn daar laag. 18 van de 77 leerlingen vielen in 2016/'17 voortijdig uit op niveau 1.

Mbo-studenten

In het middelbaar beroepsonderwijs zijn jongens in Haarlemmermeer altijd iets sterker vertegenwoordigd; 52% van de studenten is man. Economie is in absolute aantallen de populairste studierichting, maar techniek wint aan populairiteit. Uit de wordt duidelijk dat onder jongens techniek de eerste keuze is en bij meisjes zorg en welzijn. Opvallend is dat de groei in de richting techniek vooral door de instroom van meisjes wordt veroorzaakt.

Studenten hoger onderwijs

Het aantal studenten in Haarlemmermeer dat hoger onderwijs volgt is in 2015 voor het eerst in jaren iets afgenomen. Deze trend deed zich ook voor bij andere gemeenten rond Amsterdam, zoals Zaanstad en Almere. Wat opvalt is dat het aantal mannelijke studenten het aantal vrouwelijke studenten in 2015/'16 heeft overschreden. Sinds het begin van deze eeuw hebben vrouwen de overhand gekregen in het hoger onderwijs en deze lijn zet zich sindsdien voort; op landelijk niveau, maar ook in de omringende gemeenten.