Ten noorden van Schiphol liggen twee kleinere kernen: Lijnden en Boesingheliede. Lijnden is met 837 inwoners de grotere van de twee. De kern ontleent zijn naam aan het gelijknamige gemaal waar het dorp omheen werd gebouwd. Het gemaal op zijn beurt is vernoemd naar baron Van Lynden van Hemmen, één van de waterbouwkundige ingenieurs, die een plan maakten voor de drooglegging van de polder. Samen met de andere twee gemalen – ‘De Cruquius’ in Cruquius en ‘De Leeghwater’ in Buitenkaag – was ‘De Lynden’ verantwoordelijk voor het droogmalen en drooghouden van Haarlemmermeer. Het gemaal, meermaals gemoderniseerd, speelt anno 2018 nog steeds een belangrijke rol in de waterhuishouding van de gemeente.
Lijnden/Boesingheliede
De eerste dorpelingen in Lijnden waren arbeiders die betrokken waren bij de drooglegging. Pas na 1930 vestigden zich stedelingen in het dorp en kreeg Lijnden enige omvang. De oudste huizen zijn langs de Ringdijk gesitueerd, waar de openbare ruimte zeer beperkt is. Als je de voordeur opent sta je direct op straat. Later werd er meer landinwaarts gebouwd langs de Hoofdvaart, waardoor het dorp de kenmerkende T-vorm kreeg.
Het nabijgelegen en kleinere Boesingheliede – slechts 142 inwoners – ligt verder landinwaarts vanaf de Ringdijk. De meeste woningen werden hier voor de Tweede Wereldoorlog gerealiseerd; later werden stapsgewijs enkele huizen bijgebouwd. Anders dan in Lijnden, zijn wonen en werken hier minder strikt gescheiden. Het dorp bestaat voornamelijk uit bedrijfswoningen in de vorm van lintbebouwing. In beide dorpen vind je een bijzondere tegenstelling terug: landelijk wonen ingeklemd tussen infrastructuur (start- en landingsbaan, snelweg) en Amsterdam. Het gevolg is dat inwoners veel overlast ervaren: van Schiphol, maar ook van vrachtwagens die door het dorp heen rijden.
De bevolkingsopbouw van Lijnden en Boesingheliede is vergelijkbaar met die in andere historische kernen: er wonen relatief weinig jongeren en meer ouderen. Het aantal 65- en 75-plussers neemt gestaag toe. De oudere inwoners van Lijnden wonen er al lang. Dit heeft de sociale binding binnen de kern versterkt. Hun sociale netwerk reikt tot aan Zwanenburg en Badhoevedorp, waar ook de boodschappen worden gedaan. Doordat veel elementaire voorzieningen in het dorp niet aanwezig zijn, is het de vraag of ouderen – wanneer de behoefte aan zorg en ondersteuning toeneemt – in hun dorp zullen blijven wonen.